Bewoners betrekken of bewonersparticipatie! Veelgebruikt toverwoorden door ambtenaren en politici. De geslaagde voorbeelden van bewoners betrekken, waarbij alle bewoners zich ook echt uitgenodigd, erkend en waardevol voelen, zijn niet talrijk. De meeste ambtenaren en politici bij wie een poging niet gelukt is, blijven dat als voorbeeld noemen waarom het betrekken van bewoners lastig zo niet onmogelijk is. Liever dan maar ‘praten met een bewonersvertegenwoordiging’, een ‘klankbordgroep’ of belangenbehartigers.

En toch is bewoners betrekken simpel!

Iedereen, ook ambtenaren en politici, is ergens ook een bewoner. Waarom zouden bewoners betrokken willen zijn bij een verandering in hun werk- of woonomgeving? Omdat ze betrokken en ervaren zijn en omdat ze verstand hebben van wonen. Ze wonen (of werken) immers op die plaats en weten wat goed is en wat gemist wordt. Ze zijn én kennen het DNA van die plek. Vraag het hen!

Waar het meestal mis gaat, is in het managen van verwachtingen. Een mooi voorbeeld, was de -goedbedoelde- uitspraak van een stadsdeelbestuurder in Amsterdam. In 2008 werd aan ons gevraagd om samen met de buurtbewoners en andere betrokkenen een toekomstplan voor die buurt te maken. Op onze vraag bij de intake van deze opdracht welke randvoorwaarden er waren bij dit proces antwoordde een toenmalige stadsdeelbestuurder zeer stellig: “Die zijn er niet: alles kan”. Terwijl de buurt ongeveer op kruipafstand van de Ring A10 lag en er, behalve milieucontouren, nog meer beleidskaders waren die als randvoorwaarden voor de opdracht relevant waren.

Randvoorwaarden stellen? Niet sexy wel randvoorwaarde bij bewonersparticipatie

Zodra we een opdrachtgever vragen naar de randvoorwaarden voor een interactief participatieproces (via onze methodiek Community Planning, een korte intensieve vorm van co-creatie) dan klinkt er onhoorbaar vaak een zucht…Randvoorwaarden? Dat klinkt zo beperkend. We willen ‘gewoon aan de slag’. Een goede voorbereiding zien opdrachtgevers (waaronder politici) als vertragend en ‘niet nodig’. Terwijl het juist daarom vaak misgaat. Ik heb weleens iemand horen zeggen dat ‘het venijn in de start zit’.

Bewoners en andere betrokkenen willen graag hun kennis, ervaringen en ideeën over hun omgeving inbrengen om te helpen tot een breed gedragen plan te komen. Ze doen dat vooral als duidelijk is wat de spelregels en het speelterrein is. Iedereen wéét dat niet alles mogelijk is. Sterker nog: ze voelen zich op voorhand niet serieus genomen als ‘alles mogelijk is’.

Iedereen heeft verstand van wonen (en werken)

Zoals eerder opgemerkt: iedereen heeft verstand van wonen en iedereen heeft verstand! Bewoners begrijpen echt wel dat niet iedereen een zwembad in de tuin kan hebben. Ze begrijpen ook dat winkelvoorzieningen er zijn als er klanten (genoeg) zijn. Als ze met elkaar aan tafel hebben gesproken, op basis van gelijkwaardigheid en met kennis vooraf van de vraag en de kaders, dan begrijpen ze ‘zelfs’ dat een plan de uitkomst is van compromissen. Anders dan bij politieke processen, gaat het om compromissen van henzelf in dialoog met andere bewoners en gebruikers. Het is onze ervaring dat een goed voorbereid participatieproces heel goed kan slagen.

Een mooi en gebouwd bewijs is Bergerhof. Veel bewoners hebben bijgedragen aan de stedenbouwkundige schets en wonen er, mede daarom, prettig samen.

Workshop IS Maatwerk op maat! In het kader van de Omgevingswet is het betrekken van belanghebbenden een randvoorwaarde. IS Maatwerk verzorgt op maat korte workshops voor ambtenaren en lokale politici om hen te leren bewoners op een geslaagde manier te betrekken.