Aardgasvrij wonen wordt steeds belangrijker in Nederland. In de media is veel aandacht voor deze transitie. Toch dromen de bewoners niet van een aardgasvrije woning. Tegelijk liggen vele politici en ambtenaren wakker omdat er in 2050 ruim 4 miljoen huishouden aardgasvrij moeten zijn. Deze uitdaging kan de overheid niet verwezenlijken zonder samen te werken met de bewoners. Maar ‘hoe’ doen we dit?

Wie neemt het heft in handen, de bewoner of de overheid?

In 2017 hebben de eerste 31 gemeenten de Green Deal: ‘Aardgasvrije Wijken’ gesloten en daarmee beloofd dat zij zich inzetten voor het ontwikkelen van aardgasvrije wijken. Steeds meer gemeenten doen mee om Nederland aardgasvrij te maken voor 2050. Wie gaat over deze transitie? Je zou zeggen dat deze vraag een makkelijk antwoord heeft. Maar nee; vroeger was de overheid door middel van collectieve systemen verantwoordelijk voor o.a. elektriciteit en warmte. Tegenwoordig kiest iedereen zijn eigen manier. De ene bewoner kiest zelf een aanbieder, de ander gaat bij een collectief en weer een ander kiest ervoor om zelf energie op te wekken.

Bewoner en overheid moeten samenwerken om dit doel te realiseren. Het is geen makkelijke samenwerking. Uit ervaring en uit onderzoek blijkt dat de bewoner en de overheid een complexe relatie hebben. Ze kunnen niet zonder elkaar. Voor de bewoners zijn veel ingrepen te duur of te complex en andersom is de overheid afhankelijk van woningeigenaren; de gaskraan zit nu eenmaal achter de voordeur!

Hoe krijg je de bewoner mee?

De landelijke overheid bedenkt de spelregels en stelt alle hulpbronnen beschikbaar die nodig zijn om Nederland aardgasvrij te maken. De verantwoordelijkheid voor het daadwerkelijk aardgasvrij krijgen ligt bij de gemeenten, waterschappen, provincies en de bewoners zelf. Zoals al eerder genoemd zijn beide partijen afhankelijk van elkaar. De bewoners zijn echter sterker geëmancipeerd, veeleisender en mondiger geworden. Ze luisteren niet zomaar meer naar de overheid. Voor de decentrale overheden is het dus van belang dat ze echt naar hun bewoners gaan luisteren. Zij moeten de wensen in acht nemen en bewoners zien als een volwaardige gesprekspartner. Dit is door de complexe relatie geen makkelijke taak.

Er is geen simpel antwoord op de vraag hoe we samen tot een gasvrije woon- en leefomgeving komen. De decentrale overheid moet in gesprek met de bewoners. Zijn alle bewoners benaderbaar? Voelt de bewoner zich wel betrokken bij de energietransitie? In hoeverre willen en kunnen bewoners verantwoordelijkheid nemen?

De oplossing ISMaatwerk

Om dit probleem op te lossen is het van belang te realiseren dat er geen algemene oplossing is. Elke buurt is verschillend en zal verschillend benaderd moeten worden. Hieronder staan een paar punten en vragen waar rekening mee gehouden moet worden:

●      ‘Staan de bewoners open voor een gesprek?’  Bepaal wat de juiste manier van bewonersparticipatie voor deze bewoners is.

●      Voorkom onderlinge onenigheid. Zet duidelijk op papier wat de rollen zijn van de diverse partijen. Vergeet niet rollen kunnen met de tijd veranderen!

●      Hoe zorgt de gemeente voor (onderling) contact en passende ondersteuning?

●      Wees concreet in de invloed van de bewonersparticipatie op het gebied van de energietransitie en wat het achterliggende beleid is.

De oplossing ISMaatwerk. Wegens de complexe relatie tussen de overheid en haar bewoners kan het goed werken om een derde, externe partij bij het proces te betrekken die als bemiddelaar kan optreden. Die binnen de randvoorwaarden van de overheid in samenwerking met de bewoners plannen oplevert.

Bij ISMaatwerk geloven wij in een actieve samenwerking tussen bewoners en overheid. Wij hebben ervaring met het bemiddelen bij bewonersparticipatie. Als u vragen heeft over dit blog of advies wilt; neem contact met ons op. Wij gaan graag in gesprek.